Hoe wordt de organieke subsidie berekend?
Om de subsidie te bepalen, wordt voor elke dienst voor geestelijke gezondheidszorg een voorlopige enveloppe op forfaitaire basis berekend door optelling van:
- De theoretische kosten van de bezoldiging van het team, vastgelegd in de erkenning en in de overeenkomst voor specifieke projecten. De functies die het multidisciplinaire team van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg moet uitoefenen, zijn bepaald in artikel 15 van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de goedkeuring en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg. De theoretische kosten van de bezoldiging van het team worden berekend door het bepalen van:
- een van de schalen voor elke functie, gekoppeld aan de spilindex 105,20 (basis 1996), zoals vermeld in bijlage 1 van het besluit van 7 mei 1998 inzake de erkenningsprocedures en -normen, de toekenning van subsidies en de overeenkomsten betreffende de diensten voor gezondheidszorg;
- de gemiddelde anciënniteit;
- een vermenigvuldigingscoëfficiënt om de sociale lasten en andere premies of sociale voordelen te dekken.
Het maximumbedrag van de algemene exploitatiekosten.
De algemene exploitatiekosten omvatten de werkingskosten van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, en de boekhoud- en administratieve kosten. Het maximumbedrag van de algemene exploitatiekosten wordt vastgelegd door het Verenigd College.
Afhankelijk van het kader van de erkende dienst worden de in aanmerking komende kosten beperkt tot:- € 14.874 voor 4 voltijdse arbeidsprestaties;
- € 16.113 voor 5 en 6 voltijdse arbeidsprestaties;
- € 17.353 voor 7 en 8 voltijdse arbeidsprestaties;
- € 18.592 voor 9 en 10 voltijdse arbeidsprestaties;
- € 19.831 voor 11 voltijdse arbeidsprestaties en meer.
Een bijkomend bedrag van € 2.479 wordt toegekend voor elke bijkomende erkende bedrijfszetel.
- Variabel gedeelte
Het variabele deel dekt de overige personeels- en werkingskosten die nodig zijn om de verplichtingen na te komen die in de erkenning en de overeenkomst zijn bepaald.
Het bedrag van de voorlopige enveloppe wordt jaarlijks verhoogd met een coëfficiënt die door het Verenigd College wordt vastgesteld na overleg met de vertegenwoordigers van de organiserende overheden en de werknemers van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg.
De voorlopige enveloppe is het maximale bedrag van de subsidie die elke dienst voor geestelijke gezondheidszorg kan ontvangen. De subsidie kan enkel toegekend worden om de gerechtvaardigde kosten te dekken.
Hoe dien je een aanvraag in?
Alle diensten voor geestelijke gezondheidszorg hebben automatisch recht op de subsidie binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten. Ze moeten dus geen aanvraag indienen.
Wat is het betalingsritme?
De subsidie wordt jaarlijks uitgekeerd op basis van een eindafrekening. Honoraria, uitkeringen en bijdragen in de kosten die het team ontvangt, worden van het uiteindelijke subsidiebedrag afgetrokken. Ze worden er echter opnieuw aan toegevoegd voor drie vijfde en volledig voor de medische honoraria als de dienst die gebruikt voor loon- of werkingskosten. Die bestemming moet gerechtvaardigd worden.
Driemaandelijkse voorschotten van een kwart van de voorlopige enveloppe worden ten laatste betaald op:
- 15 februari voor het eerste kwartaal van het kalenderjaar,
- 15 mei voor het tweede kwartaal,
- 15 augustus voor het derde kwartaal, en
- 15 november voor het vierde kwartaal. In die periode is het voorschot gelijk aan een vijfde van de voorlopige enveloppe.
Als een voorschot op de vervaldag niet is betaald, zijn van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling verwijlinteresten verschuldigd tegen het interbancaire "Euribor"-percentage op de vervaldag.
Wanneer moeten de bewijsstukken worden ingediend?
De eindafrekening van de subsidie wordt jaarlijks opgemaakt op basis van de bewijstukken die de dienst voor geestelijke gezondheidszorg bezorgt. Deze documenten moeten betrekking hebben op de opdrachten die worden uitgevoerd door de dienst en het personeel die door de GGC worden gesubsidieerd en mogen niet worden gebruikt om andere subsidies te rechtvaardigen. Ongerechtvaardigde uitgaven zullen niet in aanmerking worden genomen.
De dienst dient de bewijsstukken in aan het eind van het verstreken semester, en uiterlijk op 30 september van het lopende jaar en 31 maart van het volgende jaar, bij Vivalis (de administratie).
Bovendien worden uiterlijk op 31 maart van het volgende jaar een balans en een resultatenrekening opgesteld volgens de modellen van het besluit van 7 mei 1998 betreffende de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, en er wordt een activiteitenverslag naar de administratie verstuurd.
Indien het totale bedrag van de driemaandelijkse voorschotten hoger is dan dat van de subsidie, wordt het eerste driemaandelijkse voorschot verhoudingsgewijs verlaagd. In geval van sluiting van de dienst betaalt die het genoemde bedrag terug.
Mensen bij wie de organiserende overheid naliet om honoraria, uitkeringen en bijdragen in de kosten geheel of gedeeltelijk aan te geven, komen niet in aanmerking voor de subsidie van het lopende jaar.
De eindafrekening wordt voor akkoord binnen de twee weken na de kennisgeving ervan naar de instelling gezonden. Na die termijn wordt de afrekening beschouwd als goedgekeurd. In geval van betwisting beslissen de leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid op basis van de door de dienst verstrekte bewijsstukken. Eventueel wordt het saldo van de subsidie uiterlijk op 1 oktober van het volgende jaar uitbetaald.
Relevante wetgeving
- Ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg
- Besluit van het Verenigd College van 7 mei 1998 inzake de erkenningsprocedures en -normen, de toekenning van subsidies en de overeenkomsten betreffende de diensten voor gezondheidszorg