Waarover gaat het?
Jeugdhulp en jeugdbescherming bieden hulp aan minderjarigen en hun gezinsleden die zich in moeilijke en gevaarlijke situaties bevinden waardoor hun gezondheid en veiligheid in gevaar komen. Deze dienst kan de nodige maatregelen nemen wanneer een minderjarige een misdrijf heeft gepleegd.
Voor wie?
Deze hulpverlening wordt geboden aan jongeren (onder de 18 jaar) en aan hun gezin, wanneer ze zich in moeilijkheden bevinden of gevaar lopen.
Er zijn twee soorten hulpverlening:
- vrijwillige hulpverlening waarover onderhandeld werd met de jongere en zijn gezin, en waarmee zij instemmen;
- gedwongen hulpverlening die opgelegd wordt door de jeugdrechtbank wanneer de veiligheid of de gezondheid van de jongere ernstig in het gedrang is en vrijwillige hulpverlening geweigerd werd of mislukt is.
Werking
De jeugdbescherming geeft voorrang aan vrijwillige hulpverlening. In Brussel wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de diensten van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. Zo kan het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (CBJ) of de Service d’Aide à la Jeunesse (SAJ) tussenkomen op vraag van de jongere, zijn gezin, een externe persoon, een andere dienst (bijvoorbeeld een OCMW) of het parket.
Het gebeurt soms dat de hulpverlening moet worden opgelegd: wanneer de maatregelen die werden voorgesteld in het kader van de vrijwillige hulpverlening geweigerd werden door de jongere en zijn gezin, of in situaties die een dringende plaatsing vereisen.
In Brussel organiseert de een van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) de hulp die de jeugdrechtbank oplegt aan jongeren in moeilijkheden.
Deze ordonnantie bepaalt:
- de voorwaarden van tussenkomst van de jeugdrechtbank; de gezondheid of de veiligheid van de jongere moet in het gedrang zijn en er moeten, behalve bij aangetoonde hoogdringendheid, pogingen ondernomen zijn om oplossingen te zoeken in het kader van de vrijwillige hulpverlening;
- de afdwingbare pedagogische maatregelen die de rechtbank kan opleggen (pedagogische richtlijn, toelating aan de jongere ouder dan zestien om zelfstandig te wonen, verblijf van de jongere buiten de gezinscontext, ...).
Deze maatregelen worden daarna uitgevoerd door de diensten van de Gemeenschappen: de Sociale dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbank (SDJR) of de Service de protection judiciaire (SPJ), afhankelijk van de taal van de procedure. Jongeren worden ook opgevangen in structuren die erkend en gesubsidieerd worden door de gemeenschappen. Maatregelen tegen jeugdige delinquenten blijven de verantwoordelijkheid van de federale staat.
Relevante wetgeving
- Ordonnantie van 29 april 2004 inzake hulpverlening aan jongeren
- Ordonnantie van 19 juli 2007 houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de inwerkingtreding van artikel 7, 7°, van de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd