Voorwaarden?
Vivalis (de administratie) van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) is bevoegd voor de vaststelling van de normen en de erkenning van PVT's. Iriscare, de instelling van openbaar nut van de GGC, is verantwoordelijk voor de financiering van deze instellingen.
De erkenningsvoorwaarden zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van psychiatrische verzorgingstehuizen.
Hoe dien je een aanvraag in?
Voeg de volgende documenten bij het aanvraagdossier:
- de specifieke vergunning tot ingebruikneming en exploitatie van het PVT;
- een nota met vermelding van de naam van de beheerder en de directeur van de instelling; ondertekend door de betrokkenen;
- de lijst van het verzorgend en paramedisch personeel met naam, kwalificatie en inschrijvingsnummer, waaruit moet blijken dat de instelling aan de opgelegde normen beantwoordt;
- een plan van het centrum en, in voorkomend geval, van zijn antennes met de bestemming van de lokalen en de toegang ertoe, alsook het aantal bedden bestemd voor de bewoners;
- in voorkomend geval een kopie van de overeenkomst gesloten tussen het ziekenhuis waarvoor de erkenning of de erkenning van een dienst wordt gevraagd en de instellingen waarmee een functionele verbinding gegarandeerd moet worden overeenkomstig de geldende erkenningsnormen;
- in voorkomend geval een behoorlijk ondertekend en gedateerd attest van de burgemeester van de gemeente waar het ziekenhuis is gelegen waaruit blijkt dat voldaan wordt aan de brandveiligheidsnormen, op basis van een verslag van de brandweer. Het attest en het verslag mogen niet ouder zijn dan een jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.
Waar moet de aanvraag voor erkenning naartoe gestuurd worden?
De aanvragen kunnen opgestuurd worden:
ofwel per post:
Vivalis
Directie Gezondheid en Bijstand aan Personen
Belliardstraat 71 bus 1
1040 Brussel
ofwel digitaal via het Irisbox-platform Irisbox
Ieder dossier moet een ingevuld formulier/vragenlijst bevatten die verband houdt met het doel van de aanvraag, en de documenten die de administratie in staat stellen de aanvraag te analyseren.
Lijst met formulieren/vragenlijsten
Elke vraag met betrekking tot de goedkeuring van zorginstellingen kan worden gestuurd naar het volgende adres: agrements-erkenningen@vivalis.brussels
Als deze gegevens tijdens de erkenningsperiode wijzigen en die wijzigingen de naleving van de erkenningsvoorwaarden kunnen beïnvloeden, moeten die onmiddellijk worden meegedeeld aan de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid (de ministers).
Hoe verloopt de procedure?
Voorlopige erkenning
De administratie bevestigt de ontvangst van het dossier en geeft zo nodig aan welke documenten ontbreken ter ondersteuning van de aanvraag van de voorlopige erkenning.
Als het dossier volledig is en de instelling kan werken in omstandigheden die verenigbaar zijn met de vereiste normen, wordt een voorlopige erkenning afgegeven. Die heeft uitwerking met ingang van de datum van de aanvraag. In het tegenovergestelde geval wordt de voorlopige erkenning geweigerd.
De voorlopige erkenning heeft een geldigheidsduur van zes maanden en kan onbeperkt hernieuwd worden.
Erkenning
Tijdens de duur van de voorlopige erkenning gaat de administratie na of het PVT werkt overeenkomstig alle vereiste normen. Er wordt een verslag opgesteld. Dat wordt aan de instelling gestuurd, die vanaf de ontvangst vijftien dagen de tijd heeft om haar opmerkingen te kennen te geven.
De erkenningsaanvraag van het PVT wordt voorgelegd aan de Adviesraad, samen met:
- het verslag dat werd opgesteld tijdens de voorlopige erkenning en de eventuele opmerkingen van de instelling;
- het erkenningsaanvraagdossier van het PVT.
De Adviesraad brengt advies uit. Dat wordt aan de instelling gestuurd, die vijftien dagen de tijd heeft om haar opmerkingen te kennen te geven.
Het Verenigd College doet uitspraak over de erkenningsaanvraag. De beslissing vermeldt het aantal bedden en de locatie.
De erkenning wordt verleend voor een periode van maximaal zes jaar, die kan worden verlengd.
In geval van een vrijwillige sluiting van een instelling of een bepaalde dienst deelt de beheerder deze beslissing ten minste drie maanden vóór de beoogde sluitingsdatum mee aan de leden van het Verenigd College (de ministers), bevoegd voor het gezondheidsbeleid, en aan de administratie.
Verlenging van erkenning
Uiterlijk drie maanden voor de geldigheidsduur van de erkenning verstrijkt, stuurt de administratie aan de beheerder van het PVT een vragenlijst met het oog op de verlenging van de erkenning. Deze vragenlijst moet, behoorlijk ingevuld en ondertekend, binnen de dertig dagen na ontvangst teruggestuurd worden, samen met de volgende documenten:
- de naam van de beheerder en de directeur van de instelling en hun handtekening;
- als er wijzigingen werden aangebracht:
- de lijst van het verzorgend en paramedisch personeel met naam, kwalificatie en inschrijvingsnummer, waaruit moet blijken dat de instelling aan de gestelde normen beantwoordt;
- een plan van het centrum en, in voorkomend geval, van zijn antennes met de bestemming van de lokalen en de toegang ertoe, en het aantal bedden bestemd voor de bewoners;
- een nieuw brandveiligheidsattest wanneer het vorige attest meer dan zes jaar geleden werd opgesteld of wanneer er aan de gebouwen of uitrustingen veranderingen werden aangebracht die de veiligheid in de instelling kunnen bedreigen.
Als deze voorwaarden vervuld zijn, wordt de erkenning voorlopig verlengd tot de ministers een beslissing hebben genomen.
Met het oog op de verlenging van de erkenning voert de administratie een controle uit van de betrokken instelling. Het daarbij opgestelde verslag wordt aan de instelling bezorgd, die vanaf de ontvangst van het verslag vijftien dagen de tijd heeft om haar opmerkingen te kennen te geven.
De aanvraag om verlenging van de erkenning wordt voorgelegd aan de Adviesraad en moet vergezeld zijn van:
- het verslag dat werd opgesteld tijdens de erkenning en de eventuele opmerkingen van de instelling;
- het dossier van de aanvraag om verlenging van de erkenning van het PVT.
De Adviesraad brengt advies uit over de aanvraag om verlenging. Dat advies wordt aan de instelling gestuurd, die vijftien dagen de tijd heeft om haar opmerkingen te kennen te geven.
Het Verenigd College doet uitspraak over de aanvraag om verlenging. De beslissing vermeldt het aantal bedden en, in voorkomend geval, de beoogde diensten.
De aldus verlengde erkenning wordt verleend voor een periode van maximaal zes jaar, die kan worden verlengd. Zij wordt van kracht op de dag die volgt op de datum waarop de erkenning die zij verlengt, afloopt.
Intrekking van erkenning
De ministers kunnen om het even wanneer de erkenning van een PVT intrekken wanneer het niet meer voldoet aan de vereiste normen en voorwaarden.
Zij betekenen een gemotiveerd voorstel tot intrekking van de erkenning aan de beheerder van de instelling en bezorgen een afschrift aan de Adviesraad.
De beheerder beschikt over een termijn van vijftien dagen vanaf de dag van de kennisgeving om een verweerschrift in te dienen bij het secretariaat van de Adviesraad. Tegelijk stuurt hij een afschrift van zijn verweerschrift aan de ministers.
De Adviesraad onderzoekt het voorstel tot intrekking van de erkenning en deelt zijn advies mee aan de ministers. De beslissing tot intrekking van de erkenning wordt gemotiveerd en ter kennis gebracht van de beheerder van de instelling.
Sluiting
Tenzij de beheerder van de instelling beroep aantekent, leidt de beslissing van de ministers om de erkenning te weigeren of in te trekken tot de sluiting van de betrokken bedden.
Hun beslissing heeft uitwerking vanaf de elfde dag na de kennisgeving ervan. Na deze datum mogen er geen patiënten/bewoners meer worden opgenomen in de betrokken instelling. De beheerder moet ervoor zorgen dat de opgenomen patiënten/bewoners de instelling binnen de drie maanden hebben verlaten.
In geval van een vrijwillige sluiting van een instelling of een bepaalde dienst deelt de beheerder deze beslissing ten minste drie maanden vóór de beoogde sluitingsdatum mee aan de ministers en aan de administratie.