Zij omvatten:
- de centra die de gebruikers een eerste opvang, een analyse van hun situatie, oriëntatie, begeleiding en opvolging bieden (ook "centra die voor de eerste sociale opvang zorgen" genoemd);
- de centra die sociale bijstand en psychologische ondersteuning bieden aan beklaagden, gevangenen, ex-gevangenen of voorwaardelijk in vrijheid gestelden en aan hun familieleden (ook "diensten voor justitieel welzijnswerk" genoemd);
- de centra voor gezinsplanning, die aan personen, koppels en gezinnen opvang, voorlichting, psychologische, sociale, juridische en medische begeleiding bieden op het gebied van het affectieve en seksuele leven.
Iriscare, een instelling van openbaar nut van de GGC, is bevoegd voor de financiering van de planningscentra via organieke subsidies.
Hoe wordt de organieke subsidie berekend?
De subsidie wordt jaarlijks toegekend op basis van het aantal maanden waarvoor het centrum een voorlopige werkingsvergunning of erkenning heeft.
Sommige bedragen worden van de subsidie afgetrokken:
- de financiële bijdrage van de gebruikers;
- de tussenkomst van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV);
- de honoraria.
Hoe dien je een aanvraag in?
Alle erkende centra hebben automatisch recht op de subsidie binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten. Zij moeten dus geen aanvraag indienen.
Wat is het betalingsritme?
De organieke subsidie wordt betaald in maandelijkse voorschotten die overeenkomen met een twaalfde van de jaarlijkse subsidie. Ze wordt uitbetaald op de eerste werkdag die volgt op de 25ste van de maand waarvoor ze wordt toegekend.
Wanneer moeten de bewijsstukken worden overgelegd?
Ten laatste op het einde van de tweede maand die volgt op het eerste semester bezorgen de erkende centra aan de administratie de bewijsstukken voor de toegekende voorschotten tijdens het verstreken semester. Als die stukken niet worden ingediend, worden de maandelijkse voorschotten vanaf september opgeschort.
Jaarlijks wordt een eindafrekening van de jaarlijkse subsidie opgemaakt, die ingaat op 31 december en vóór 30 april van het volgende jaar aan de Administratie wordt toegezonden.
De centra sturen bovendien hun jaarrekeningen van het verstreken jaar door, en een begrotingsraming voor het lopende dienstjaar. Zij voegen ofwel een kopie bij van het verslag van de bedrijfsrevisor die de jaarrekeningen heeft gecertificeerd, ofwel een attest van een externe accountant die de jaarrekeningen heeft gecontroleerd. Als die documenten niet worden ingediend, worden de maandelijkse voorschotten vanaf juni opgeschort.
Na kennisgeving aan de centra van de afrekening en na de goedkeuring binnen vijftien dagen na de kennisgeving, worden de nog verschuldigde of ten onrechte betaalde bedragen uitbetaald of teruggevorderd.
Relevante wetgeving
- Ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en diensten voor bijstand aan personen
- Besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk
- Ministerieel besluit van 2 maart 2009 houdende bepaling van de werkingskosten van de centra en de diensten voor Bijstand aan Personen