Waarover gaat het?
Territorialisering komt erop neer dat we een coherent dienstenaanbod bepalen voor een bepaald geografisch gebied (territorium). Zo kunnen we het beleid aanpassen aan de specifieke lokale kenmerken en de behoeften van de bevolking die in het gebied woont.
Territorialisering betekent echter niet dat de inwoners van een bepaald gebied alleen gebruik mogen maken van de diensten die in dat gebied beschikbaar zijn. Mensen blijven vrij om te bewegen en gebruik te maken van de diensten die het beste aansluiten bij hun behoeften.
In Brussel betekent dit dat er geografische gebieden van verschillende grootte moeten worden afgebakend: van het kleinste niveau, de wijken, tot het grootste, het hele tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.
Wat zijn de doelstellingen?
Dankzij territorialisering kunnen we de diensten die we aan de bevolking leveren zo dicht mogelijk bij die bevolking beheren: de behoeften van de inwoners en gebruikers van het betreffende geografische gebied kunnen we beter analyseren en we kunnen beter op deze behoeften inspelen, op een reactieve en alomvattende manier. In het bijzonder wil territorialisering de fysieke toegang tot diensten op lokale schaal vergemakkelijken, gebruikers in de best mogelijke omstandigheden opvangen en de continuïteit van begeleiding ondersteunen door multidisciplinair, geïntegreerd werk te bevorderen dat gericht is op mensen en hun behoeften.
In Brussel moet de wijkbenadering ervoor zorgen dat alle Brusselaars de diensten vinden die ze nodig hebben, dicht bij hun leefomgeving.
Hoe bepalen we het dienstenaanbod?
We bepalen het dienstenaanbod op basis van verschillende criteria: diensten, grootte van het gebied, beschikbare middelen en eventuele tekorten aan bepaalde diensten, administratieve onderverdelingen, enz. Het is echter ook en vooral gebaseerd op de behoeften van de bevolking en de specifieke kenmerken van het geografische gebied in kwestie.
Om deze territorialisering in Brussel door te voeren, ontwikkelen we voorzieningen op verschillende niveaus: gewestelijk, lokaal-gewestelijk en lokaal.
- Het gewestelijk niveau is het niveau waarop het hulp- en zorgbeleid in Brussel vorm krijgt.
- Het lokaal-gewestelijk niveau komt overeen met de vijf Brusselse hulp- en zorgzones. Dit is het niveau van coördinatie en overleg tussen de actoren van de ambulante zorg die actief zijn in het gebied van de zone, en tussen hen en de residentiële diensten en actoren op gewestelijk of nationaal niveau. De samenwerkingsverbanden die zijn opgezet op het niveau van de hulp- en zorgzone dragen bij aan een geïntegreerde organisatie tussen welzijns- en gezondheidszorgactoren.
- Het lokale niveau komt overeen met het niveau van de welzijns- en gezondheidswijken.
Op dit lokale niveau vormen de lokale welzijns- en gezondheidscontracten (LWGC's) het centrale mechanisme. De LWGC's hebben als doel de levenskwaliteit en het welzijn van de inwoners en gebruikers in de wijk te verbeteren door de banden tussen sociale, ondersteunings- en zorgdiensten te versterken op een geïntegreerde manier die gericht is op de behoeften van de mensen. Hierbij hanteren we een aanpak die gericht is op nabijheid en co-constructie.
De LWGC's worden geleid door de sociale coördinatoren van de OCMW's in de betrokken gemeenten.
Concreet ontwikkelen we in de eerste stap in LWGC-wijken burgerparticipatie door de lokale partnerdiensten en inwoners samen te brengen om de problemen en behoeften in de wijk in kaart te brengen. Daarbij houden we rekening met de verschillende factoren die de levenskwaliteit en het welzijn van de bevolking in de wijk beïnvloeden. De geschikte participatiemethode wordt op lokaal niveau bepaald en houdt rekening met bestaande initiatieven (Bri-Co, wijkraden, enz.). Deze gesprekken maken het mogelijk om een lokale kwantitatieve gemeenschapsdiagnose uit te voeren, waarin de behoeften van de bevolking en de beschikbare diensten in de wijk naar voren komen. Op basis van deze diagnose stellen we een actieplan op. Het actieplan zetten we dan om in projecten.
De rol van de GGC bestaat erin deze LWGC's te omkaderen, te begeleiden en financiële steun te verlenen voor de invoering van deze LWGC's in de betrokken sociale coördinaties.
Over welke wijken gaat het?
In 2021 zijn er negen LWGC's gelanceerd. Ze werden ontwikkeld in negen wijken van vijf Brusselse gemeenten, geselecteerd op basis van een reeks sociale onzekerheids- en gezondheidsindicatoren:
- Vorst: wijk Laag-Vorst en Luttrebrug (webpagina enkel in het Frans)
- Schaarbeek: Colignon en Brabant (webpagina enkel in het Frans)
- Molenbeek: Weststation en Historisch Molenbeek
- Brussel-Stad: Anneessens en Marollen
- Anderlecht: Klaverwijk en Historisch centrum
Op basis van lokale diagnoses en actieplannen hebben we in mei 2022 de projecten geselecteerd die de vastgestelde problemen het best aanpakken. Die projecten worden momenteel uitgevoerd.
Sinds juni 2023 lanceren we op basis van dezelfde selectiecriteria negen nieuwe LWGC's. De verdeling in wijken hebben we lichtjes aangepast. Daarbij hielden we rekening met de feedback over de lokale werkelijkheid van de sociale coördinatoren en de OCMW's.
Deze bijkomende LWGC's worden ontwikkeld in negen wijken in zeven Brusselse gemeenten:
- Anderlecht: Peterbospark
- Brussel-Stad: Noordwijk en Tour & Taxis
- Molenbeek: Kaaienwijk en Karreveld
- Schaarbeek: Noord
- Koekelberg: hele gemeente
- Sint-Gillis: Laag Sint-Gillis
- Sint-Joost-ten-Node: Sint-Joost-ten-Node